Voedingssupplementen als inzet voor de gezondheid 


Inhoud:

- Vitamines als 'antiverouderingsmiddel'
- Biologisch eten blijkt gezonder ('Spits' van 1 maart 2005)
- Je doet wat je eet (Ode nummer: 79)

 

LONDEN (ANP) - Amerikaanse wetenschappers hebben bejaarde ratten een spectaculaire verjonging laten ondergaan door de diertjes een mengsel van twee normaal verkrijgbare voedingssupplementen te geven. 'Door de combinatie van deze twee supplementen dansten deze bejaarde ratten de macarena', zei onderzoeker Bruce Ames van de Universiteit van Californië in Berkeley tegen de BBC.

Het effect van de natuurlijke stoffen was zodanig dat de onderzoekers spreken van een doorbraak. 'Het leek alsof een 75- tot 80-jarige zich gedroeg als iemand die tientallen jaren jonger was.' De bij het onderzoek gebruikte ratten gedroegen zich niet alleen veel energieker, ook zagen hun hersenen er beter uit en verbeterde hunn geheugen duidelijk.

 

Vitamines als 'antiverouderingsmiddel'

De wetenschappers hopen op basis van hun bevindingen ooit een antiverouderingsmiddel voor mensen te kunnen maken, zei Ames. De universiteit heeft inmiddels patent op de combinatie van de twee stoffen - die normaal ook in de lichaamscellen voorkomen - en probeert het middel inmiddels al uit op mensen.

Een van de stoffen die bij het onderzoek werd gebruikt heeft een energieversterkende werking en de andere is een anti-oxidant die een antiverouderingseffect heeft. De combinatie blijkt een positieve invloed te hebben op de mitochondriën in de lichaamscellen. Mitochondriën zijn deeltjes in de cel die energie produceren. Hun aftakeling is een belangrijke oorzaak van veroudering.

Bij de energieproductie in de cellen ontstaan zogenoemde vrije radicalen, die een verwoestend effect hebben op de werking van de cellen. De stof die de ratten toegediend kregen maakte de vrije radicalen onschadelijk en zorgde voor verbetering van het proces van energieproductie.

Een woordvoerster van het Britse onderzoeksinstituut Research into Ageing reageerde enthousiast op de resultaten van het Amerikaanse onderzoek. 'De grote stap voorwaarts is dat zij er in geslaagd zijn een anti-oxidant in de mitochondriën te krijgen',zei Caroline Bradley. Hoewel er volgens haar nog veel meer duidelijk moet worden, gelooft zij dat dit resultaat de eerste stap is op weg naar verbetering van het leven van ouderen.

 

 


Wat zijn 'Anti-oxidanten' en hoe werken ze ?

Voor herstel van de balans zijn stoffen nodig die het in zich hebben om evenwicht te brengen, zonder zelf uit hun evenwicht te geraken. Een anti-oxidant is elke substantie die verhindert dat een andere substantie oxideert of van samenstelling verandert. (Verf op metaal verhindert oxidatie en dus het roesten van metaal, door middel van zuurstof.) Zij bieden andere stoffen bescherming tegen de ongewenste diefstal van elektronen en kunnen een vrije radicaal weer stabiel maken door, ofwel de radicaal van het missende elektron te voorzien of een extra electron bij de radicaal weg te halen. Een anti-oxidant fungeert als 'donor', bemiddelaar of gastheer. Vrije radicalen maken de celwand kapot, waardoor er schade ontstaat. De werkende stoffen in de motochondrien voorkomen dit.

Bron: Krantenartikel en een stukje overgenomen tekst van een gezondheidsorganisatie.
(Betreft de toevoeging d.d. 11 /11/2004)


 

Biologisch eten blijkt gezonder

Bron: 'Spits' van 1 maart 2005

Deense onderzoeken gaven twee groepen ratten dezelfde voeding, alleen de herkomst van het voer was biologisch of afkomstig uit de reguliere landbouw. De ratten die het biologisch voer kregen, waren slanker, hadden een hogere vitamine e-spiegel en een betere weerstand dan hun soortgenoten die geen biologische voeding kregen. In amerikaanse onderzoeken werd deze week aangetoond dat biologische groente en fruit ongeveer 30 % meer anti-oxidanten bevatten dan produkten uit de gangbare landbouw.

 

Je doet wat je eet

Marco Visscher
Dit verscheen in Ode nummer: 79

Vergeet hardere straffen en meer blauw op straat. De oplossing voor criminaliteit ligt op uw bord. Ode bewijst hoe gezonde voeding agressie kan verminderen.


Op het eerste gezicht is er niets opmerkelijks aan de leerlingen van de middelbare school in Appleton, in de Amerikaanse staat Wisconsin. Ze ogen rustig, maken contact met elkaar, zijn geconcentreerd aan het werk. Niets aan de hand. Toch patrouilleerde nog maar een paar jaar geleden op deze school voor moeilijk opvoedbare kinderen dagelijks een agent. Leerlingen waren rebels, er waren hoogoplopende ruzies met docenten en sommige tieners droegen een wapen bij zich. Decaan Greg Bretthauer herinnert zich hoe hij in 1997 tijdens een sollicitatiegesprek kennismaakte met de school: `Ik vond de studenten onbeschaafd, ongemanierd en onaangenaam.' Met zulke jongeren wilde hij niet werken, zegt hij in de videodocumentaire Impact of Fresh, Healthy Foods on Learning and Behavior. Bretthauer weigerde de baan. Jaren later kreeg Bretthauer die baan alsnog en bleek de sfeer op de school intussen radicaal veranderd. Nu omschrijft hij de leerlingen als `rustig' en `welgemanierd'. Ruzies en overtredingen zijn uiterst zeldzaam, de agent is overbodig geworden. Wat is hier gebeurd? Een blik in de wandelgangen van de Appleton Central Alternative High School geeft het antwoord. De automaten met frisdrank en snacks zijn vervangen door grote waterkoelers. De kantine heeft hamburgers en friet van de menukaart geschrapt en ruimte gemaakt voor volkoren brood, een saladebar en verse groenten en vruchten. Is dat alles? Ja, dat is alles. Schooldirecteur LuAnn Coenen is nog steeds verrast als ze spreekt van de `verbazingwekkende' veranderingen in de school sinds ze, bijna acht jaar geleden, besloot het aanbod van hapjes en drankjes helemaal om te gooien. `We kennen geen vandalisme meer en geen rommel.'

Het is verleidelijk om de ervaringen van de middelbare school in Appleton af te doen als de verzinsels van een fanatieke aanhanger van vitaminen en mineralen. Wetenschappers hebben zich immers nooit op de school vertoond en de fundering voor de claims is twijfelachtig. Gezonde voeding (zeker wanneer die in supplementen wordt aangeboden) lijkt de mensheid te verdelen in goedgelovigen die vertrouwen op anekdotes en skeptici die bij ieder juichverhaal vraagtekens plaatsen. Toch is het niet zo'n gekke gedachte dat voeding invloed heeft op de werking van onze hersenen (en dus op ons gedrag). De hersenen zijn een zware machine: ze nemen slechts twee procent van ons lichaamsgewicht in beslag, maar verbruiken liefst twintig procent van onze energie. Om die energie op te wekken, zijn we aangewezen op een breed scala aan voedingsstoffen: vitaminen, mineralen en onverzadigde vetzuren, die we in voedzame maaltijden aantreffen. De vraag is nu: wat zijn de gevolgen als we ons lichaam steeds meer voeden met junk food? Het is ontegenzeggelijk waar dat ons voedingspatroon dramatisch is veranderd in de afgelopen dertig jaar. Gemaksvoedsel is een nieuw containerbegrip geworden, de diepvries en de magnetron belangrijke hulpmiddelen zijn geworden: een duidelijk signaal dat voedsel niet langer vers is. Een gemiddelde maaltijd heeft duizenden kilometer afgelegd voor die op ons bord belandt: hoe moeilijk is het voor te stellen dat onderweg een paar vitamines verloren gaan? We weten al dat zwaarlijvigheid een gevolg is van overmatige consumptie van junk food, maar mogelijk is er meer aan de hand. Want wijst de ervaring van de middelbare school in Appleton niet op een directe relatie tussen voeding en gedrag? Zou de toename van agressie, criminaliteit en maatschappelijk onfatsoen in de westerse samenleving toevallig samenvallen met een spectaculaire wijziging in ons dieet? Is er misschien een verband tussen die twee? Stephen Schoenthaler, socioloog aan de California State University in Stanislaus, onderzoekt de relatie tussen voeding en gedrag al ruim twintig jaar. Zo heeft hij aangetoond dat een vermindering van suikers en vetten in het dagelijkse dieet leidt tot een hoger IQ en betere leerprestaties. Schoenthaler veranderde de maaltijden in 803 scholen in achterstandswijken in New York, waarop het aantal leerlingen dat slaagde voor het examen steeg van 11 procent onder het landelijke gemiddelde tot 5 procent erboven. Zijn bekendste werk deed hij in jeugdgevangenissen. In een studie toonde hij aan dat het aantal overtredingen van de huisregels afnam met 37 procent toen de frisdrank- en snoepautomaten waren verwijderd en het voedsel uit blik was vervangen door vers voedsel. Zijn onderzoeken verleidden hem tot pakkende uitspraken, zoals: `Een slecht dieet nu is een betere voorspeller van toekomstig gewelddadig gedrag dan gewelddadig gedrag in het verleden.' Maar Schoenthaler ligt onder vuur. Dit jaar heeft een commissie aan zijn universiteit zelfs geadviseerd hem te schorsen omdat zijn onderzoeksmethode onbehoorlijk zou zijn. Zo gebruikte Schoenthaler niet altijd een placebo ter controle en was zijn groep proefpersonen niet altijd willekeurig gekozen. Die kritiek betekent niet dat voeding geen enkele invloed heeft op gedrag. Het betekent dat Schoenthaler in veel gevallen geen `bindende uitspraken' had mogen doen, omdat het de meeste van zijn studies nu eenmaal ontbreekt aan de wetenschappelijke degelijkheid die ze nodig hebben om aanzien te genieten van collega's.

Maar denk niet dat hiermee de kous af is. Want uit een recent onderzoek dat (zelfs volgens critici) uitmuntend is uitgevoerd, kwamen vergelijkbare conclusies. Bernard Gesch, fysioloog aan de universiteit van Oxford, besloot de anekdotische aanwijzingen te testen in het tot dusver meest grondige onderzoek op dit terrein. In een gevangenis voor mannen tussen 18 en 21 jaar in het Engelse Buckinghamshire werden 231 vrijwilligers ingedeeld in twee groepen: de ene groep kreeg bij hun maaltijd capsules met ongeveer onze dagelijkse behoefte aan vitaminen, mineralen en vetzuren; de andere groep kreeg placebo's. Noch de gevangenen, noch de bewakers, noch de onderzoekers in de gevangenis wisten wie de echte en wie de nep- preparaten kreeg toegediend. Vervolgens werd het aantal misdragingen vóór de studie. De gevangenen die, gemiddeld ruim vier maanden achtereen, voedingssupplementen kregen, begingen gemiddeld 26 procent minder overtredingen dan in de periode daarvoor. Bij degenen die een placebo hadden gekregen, was niet een aanmerkelijke verandering te zien. Voor ernstige misdragingen, zoals het gebruik van geweld, lag het percentage zelfs op 37 voor de mannen die echte supplementen kregen, terwijl de placebo-groep, opnieuw, nauwelijks verandering vertoonde. Vanwege de strikte opzet van het experiment, was het uitgesloten dat etnische, sociale of psychische factoren en andere variabelen de verklaring zouden zijn voor het enorme verschil. Niet voor niets zijn gevangenissen een geliefde omgeving voor onderzoeken: er is een strikte routine, deelnemers slapen en sporten evenveel uren en eten hetzelfde op dezelfde tijd (al betekent het uiteraard niet dat voeding de enige factor is die agressief gedrag bepaalt). John Copas, hoogleraar statistiek aan de universiteit van Warwick, hield toezicht op de opzet van de studie en zegt daarover: `Dit is het enige experiment uit de sociale wetenschap waarbij ik betrokken ben geweest en dat op de juiste manier is ontworpen, met een goede analyse.' Een gerandomiseerd, dubbelblind, placebo-gecontroleerd onderzoek: ah, daar lopen wetenschappers voor warm. Het onderzoek van Gesch levert dan ook de meest overtuigende bewijzen voor de stelling dat voeding een rol speelt bij agressief gedrag.

Eigenlijk bewijst het onderzoek wat elke ouder al langer weet. Schenk frisdrank en deel snoep uit tijdens een kinderfeestje en je krijgt eerst drukte en herrie, daarna tranen en driftbuien. Dat werkt zo: de suikerspiegel in je bloed schiet plotseling omhoog, waardoor je eerst een stoot aan nieuwe energie krijgt. Wanneer die bloedsuikerspiegel weer daalt, word je suf en slaperig. In een poging van het lichaam te voorkomen dat de bloedsuikerspiegel te laag wordt, maakt je lichaam vervolgens adrenaline aan, dat je prikkelbaar en opvliegerig maakt. Maar suiker kan niet het enige probleem zijn. Immers, hoge bloedsuikerspiegels hebben vooral een kortstondig effect op gedrag, terwijl de onderzoeken van Schoenthaler en Gesch wijzen op veranderingen over een langere periode. Zij suggereren dat het veel belangrijker is dat je de juiste hoeveelheid vitaminen, mineralen en onverzadigde vetzuren inneemt, omdat deze stoffen rechtstreeks de hersenen, en daarmee het gedrag, beïnvloeden. Als dat zo is, zouden alle alarmbellen moeten rinkelen. Want wat betekent het dan, dat de kwaliteit van de landbouwgrond in de afgelopen tientallen jaren sterk is afgenomen? Het jarenlange gebruik van kunstmest is ten koste gegaan van belangrijke mineralen, zoals magnesium, chroom en selenium, die hierdoor in veel mindere mate in onze voeding terechtkomen (zie kader `Slappe hap'). Het is eenvoudig vast te stellen dat de voedingswaarde van groente en fruit ernstig afgenomen. Het voedingspatroon van kinderen en jongeren geeft eveneens aanleiding tot zorgen. Tussendoortjes komen vaker voor dan ontbijt. Hun dieet is rijk aan suiker, vetten en koolhydraten, arm aan groente en fruit. Combineer dat met een tekort aan lichamelijke beweging en het is niet verwonderlijk dat de gezondheid van jongeren een reëel probleem is. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) spreekt van een epidemie van overgewicht en zwaarlijvigheid bij kinderen. Obesitas, de officiële naam voor zwaarlijvigheid, zou wel tot zes procent van het totale gezondheidsbudget opslurpen (een voorzichtige schatting, omdat allerlei gerelateerde aandoeningen onmogelijk kunnen worden meegenomen in een exacte berekening). Omdat de relatie tussen voeding en gezondheid kennelijk meer is doorgedrongen dan de relatie tussen voeding en gedrag, is louter de bevordering van gezondheid een drijvende motor geworden achter overheidscampagnes om overgewicht tegen te gaan. In een aantal landen is een discussie ontstaan over de invoering van een belasting op junk food, waarvan de opbrengst zou moeten worden besteed aan de promotie van gezonde voeding. In Engeland heeft premier Blair in mei aangekondigd 420 miljoen euro extra te besteden aan verbetering van de schoolmaaltijden nadat televisiekok Jamie Oliver een succesvolle campagne was begonnen. Intussen leggen steeds meer scholen in Europa vers fruit in snoepautomaten en water in frisdrankautomaten. Opzichtige reclame van ongezonde snacks wordt hier en daar teruggedrongen.

Toch had iedere politicus een extra wapen in de strijd kunnen gooien om gezonde voeding aan te moedigen. Nadat Gesch zijn werk in 2002 had gepubliceerd in The British Journal of Psychiatry kreeg het onderzoek aandacht in Europese en Amerikaanse media. De krantenkoppen logen er niet om: `Gezond eten kan criminaliteit verminderen', `Eet goed of word crimineel', `Jeugdcriminaliteit gerelateerd aan consumptie junk food', `Hapsgewijs de veiligheid vergroten'. Daarna werd het oorverdovend stil. En dat is opmerkelijk, want gezonde voeding klauterde omhoog op de politieke prioriteitenlijst, waarop het ideaal van veiligheid op straat al veel langer een prominente plaats had verworven. Het zijn twee onderwerpen die gescheiden van elkaar worden behandeld. De relatie tussen voeding en geweld is dan ook nog altijd omstreden in gevestigde kringen. Artsen krijgen tijdens hun studie nauwelijks inzicht in voedingsleer, criminologen hebben weinig kennis van biochemie, psychologen zien hun territorium bestormd, voedseldeskundigen missen de ervaring met geesteszieke mensen. Zo dreigt het onderwerp in een niemandsland te eindigen, met hooguit een handjevol onderzoekers die in hun zoektocht naar financiering van nieuwe studies voortdurend van het kastje naar de muur worden gestuurd (niet in de laatste plaats omdat je geen patent kunt krijgen op natuurlijke voedingsstoffen als vitaminen en mineralen). Thans is Nederland het enige land waar het onderzoek van Gesch wordt herhaald. In veertien gevangenissen, met bijna vijfhonderd proefpersonen, wordt voorbereidingen getroffen om met de studie aan te vangen. Ap Zaalberg, projectleider namens het ministerie van Justitie, herinnert zich hoe hij en zijn collega's voor het eerst hoorden van de resultaten van supplementen in gevangenissen. `Ongeloof', stelt hij resoluut. `Dit was vast niet waar. Maar toen ik me erin verdiepte, stuitte ik op een wereld van harde wetenschap.' Zaalberg merkt op hoe in Nederlandse gevangenissen de agressie aantoonbaar is toegenomen in de laatste jaren. Het zou dan ook niet moeilijk moeten zijn om gevangenissen te interesseren voor deze nieuwe manier om de interne veiligheid te vergroten. Toch merkte Zaalberg ook bij de gevangenissen aanvankelijk reserve en scepsis. `Agressie laat zich namelijk niet alléén bepalen door voeding', weet Zaalberg. `Wat eveneens meespeelt, zijn bijvoorbeeld je achtergrond en drugsgebruik. Maar toch zie ik de introductie van vitaminen en mineralen steeds meer als een heel rationele benadering.'

Ook Gesch weet dat voeding niet de énige factor is die bepaalt of iemand agressief gedrag vertoont of de wet overtreedt. Maar het debat over gedragsproblemen wordt volgens hem te sterk beïnvloed door te weinig mogelijke antwoorden: slechte ouders of een weeffout in de hersenen. `De meeste rechtssystemen gaan ervan uit dat crimineel gedrag geheel een kwestie is van vrije wil', zegt Gesch in een telefonisch interview. `Maar hoe precies kun je jouw vrije wil uitvoeren zonder je hersenen te gebruiken? Hoe precies kunnen je hersenen functioneren zonder een goede aanvoer van voedingsstoffen? Voeding kan wel eens een heel grote rol spelen bij crimineel gedrag en in ieder geval hebben we haar betekenis altijd onderschat. Ik geloof dat voeding in feite één van de simpelste factoren is om antisociaal gedrag te veranderen. En we weten dat gezonde voeding niet alleen effectief is, maar ook goedkoop en menselijk.' Goedkoop is het inderdaad. Natural Justice, de Britse liefdadigheidsinstelling die de `oorzaken van antisociaal en crimineel gedrag' onderzoekt en waarvan Gesch de voorzitter is, schat dat het per jaar 3,5 miljoen pond (5,3 miljoen euro) zou kosten om alle gevangenen in Groot-Brittannië dagelijks te voorzien van voedingssupplementen. Dat is slechts een fractie van het huidige budget van het gevangeniswezen, 2 miljard pond (3 miljard euro). Hoe lang blijven politici het debat over criminaliteitsbestrijding voeren met stoere taal over extra investeringen in het politie- apparaat en strenger toezicht op straat? Wanneer dringt het besef door, dat gezonde voeding een enorme impuls kan geven aan de gezondheid van een samenleving? Immers, niet alleen zouden mensen gezonder zijn en dus arbeidsproductiever, ook zouden de kosten voor gezondheidszorg en justitie afnemen. De weg naar veiligheid gaat, zo lijkt het, net als de liefde van de man, door de maag. Gesch: `Weinig wetenschappers trekken nog in twijfel dat voeding fundamenteel is voor de ontwikkeling van de menselijke hersenen. Is het dan aannemelijk dat we in de laatste vijftig jaar spectaculaire wijzigingen in ons dieet hebben doorgevoerd zonder enig gevolg voor onze hersenen? Dat lijkt me sterk. Nu groeit het bewijs dat de verkeerde brandstof niet alleen schadelijk is voor onze gezondheid, maar ook voor ons sociale gedrag. We moeten meer weten over de samenstelling van de juiste voedingsstoffen.


 

 

 



Copyright 2000 - 2022 by RR